Amethist is waarschijnlijk de beroemdste edelsteen.

Een amethist geode is een holle steen die aan de binnenkant bekleed is met schitterende kristallen.

Maar hoe ontstaan deze prachtige fenomenen van de natuur eigenlijk?

De holle ruimte was ooit een gasbel in het vloeibare hete magma dat in een kraterpijp opsteeg tijdens een eruptie. Toen het magma onder de grond afkoelde, kon de gasbel niet meer ontsnappen en kwam het vast te zitten.

Daarna vloeide kiezelzuur vanaf de oppervlakte naar beneden en kwam in deze kleine grotten terecht. Bij het afkoelen van het kiezelzuur gingen kristallen heel langzaam vormen.

De kristallen groeiden over een hele lange periode, soms miljoenen jaren. Soms kwamen er onzuiverheden in voor zoals ijzer, kalk of mangaan, en ontstonden verschillende soorten kristallen.

Een geode is meestal gevuld met een laag kwartskristallen zoals amethist of rookkwarts, maar er kan zich ook calciet in bevinden.

Amethist was reeds bekend bij de Egyptenaren, Etrusken en Romeinen, en Plinius de Oudere heeft amethist al beschreven. In het oude China werden uit amethist kleine gemmen gesneden. In de Middeleeuwen werd amethist ook in Europa zeer gewaardeerd. Hij werd bisschopsteen genoemd, omdat het vroeger een geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, en hij magische krachten zou bezitten.